04 maart 2016

Galerij der groten

Scène 4. De Ruyter komt de admiraliteit binnen. In de gang hangt een lange rij portretten van eerdere admiralen. Op de één of andere manier moet het duidelijk worden dat er plek is voor De Ruyter aan het eind van deze rij. Hoe breng je dat in beeld? Misschien mede door de balken in het plafond en de planken in de vloer allemaal naar De Ruyter te laten wijzen. En door zijn hoofd net zo groot te maken, en misschien zelfs in dezelfde stand, als de portretten. Of misschien kan de secretaris gewoon even een lijst voor zijn hoofd houden. "De lijst hebben we al!"

In het script staat nu dat iemand een naamplaatje van De Ruyter op de muur aan het schroeven is als hij terug komt van het overleg. Ook niet verkeerd.
Daarbij mag blijken dat De Ruyter niet zo veel belang heeft bij een portret. In Heldt van Hollandt gaat hij akkoord met het maken van het portret omdat hij daarna pas kan afzwaaien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten